De Woonbond is blij met de tweejarige huurbevriezing voor zo’n twee miljoen sociale corporatiehuurders, maar ook kritisch op de uitzonderingen die minister Mona Keijzer maakt.
De ministerraad heeft vrijdag een besluit genomen over de uitvoering van de aangekondigde huurbevriezing. Nu blijkt Keijzer mensen met een middeninkomen ongeacht de hoogte van de huur een inkomensafhankelijke huurverhoging op te leggen én krijgen de 500.000 sociale huurders in de private huurmarkt een huurverhoging van maar liefst 5%.
GEEF CORPORATIES ZEKERHEID, SCHAF WINSTBELASTING AF
De Woonbond vindt dat minister Keijzer corporaties snel duidelijkheid moet bieden hoe ze gecompenseerd zullen worden. De bond pleit voor het schrappen van de winstbelasting voor corporaties. Het systeem waarbij hoge huurstijgingen nodig zijn om voldoende nieuwbouw te plegen loopt tegen de grenzen aan. De overheid moet weer gaan investeren in voldoende sociale huur en de rekening hiervan niet alleen bij huurders leggen. Het schrappen van de winstbelasting voor corporaties is daarin nodig als de eerste stap.
UITZONDERING PRIVATE SOCIALE HUURDERS ONUITLEGBAAR
Private sociale huurders betalen nu al gemiddeld 81 euro per maand meer dan sociale corporatieshuurders. De woonbond vindt het onbestaanbaar dat er voor deze huurders nu niets gebeurt. Op zijn minst moet de 5% huurverhoging drastisch omlaag. Al vindt de bond het eigenlijk niet te verdedigen dat de minister kiest voor deze rechtsongelijkheid.
BESCHERM ALLE HUURDERS TEGEN HUUREXPLOSIE
‘Deze huurders verdienen net als corporatiehuurders bescherming tegen een huurexplosie’ stelt Woonbonddirecteur Zeno Winkels. Volgens de Woonbond is het goed mogelijk om verhuurders te compenseren, bijvoorbeeld door de fiscale druk bij particuliere beleggers die woningen relatief goedkoop verhuren te verlagen, of met gerichte subsidies. Winkels: ‘Het is vooral een kwestie van politieke wil’.
MINSTER DRIJFT MIDDENINKOMENS IN HET NAUW
Ook vindt de bond het niet goed dat huurders met een wat hoger middeninkomen een hele hoge huurverhoging van 50 à 100 euro kunnen krijgen. Vaak betalen deze mensen al een hoge huur en kunnen ze helemaal niet naar een andere woning doorstromen. Op zijn minst zouden huurders die al meer dan de sociale huurprijs betalen niet langer in aanmerking moeten komen voor een inkomensafhankelijke huurverhoging. Van deze huurders kan immers niet worden gesteld dat ze in een ‘goedkope’ woning wonen.
Bron: Woonbond
